INTERVIEW
Van Eesteren Museum in de race voor Erfgoedvrijwilligersprijs
'ER IS EEN ENORME BETROKKENHEID VANUIT DE BUURT'
Tekst Melle Bos Beeld De Beeldredaktie/Edwin Walvisch

'HET LIEFST ZOU IK EEN AANTAL VRIJWILLIGERS IN DIENST NEMEN'
Jorn Konijn is nog maar een half jaar directeur van het Van Eesteren Museum in Amsterdam Nieuw-West, maar hij is absoluut niet het type dat eerst de kat uit de boom kijkt. Konijn is ambitieus en vastberaden om het museum in de aankomende jaren naar een hoger niveau te tillen. Samen met zijn zes medewerkers en zo’n honderd vrijwilligers. De recente nominatie voor de Erfgoedvrijwilligersprijs is alvast een goed begin.
‘Ik geloof echt dat een museum een community center voor de hele buurt kan zijn, waar iedereen zich thuis moet kunnen voelen’, begint de kersverse directeur de toelichting op zijn ambities. Het Van Eesteren Museum ligt niet zoals de meeste andere Amsterdamse musea in het centrum, maar aan de Sloterplas en is dankzij de bijzondere architectuur een referentiepunt voor Amsterdam Nieuw-West. ‘Mensen hier in de buurt zijn ontzettend trots dat ze gewoon een museum om de hoek hebben.’
Licht en ruimte
Zo’n vijftien jaar geleden had Amsterdam Nieuw-West nogal een slechte reputatie. In de media werd het ooit ‘bekroond’ tot de ‘slechtste wijk van Nederland'. Een aantal buurtbewoners pikten dat niet. Zij bundelden de krachten om de reputatie van hun fraaie wijk te herstellen. Zij wilden de schone kanten van Nieuw-West benadrukken: het groen, het licht, de ruimte. Dat begon met het organiseren van wandelingen door de buurt en groeide uiteindelijk uit tot het Van Eesterenmuseum. ‘Want er zit wel degelijk een idee achter deze wijk’, vult Konijn aan. ‘Het idee van architect Cornelis van Eesteren, die als stedenbouwkundige aan de basis stond van het Algemeen Uitbreidingsplan van Amsterdam.’
Het Van Eesteren Museum toont meerdere facetten van het werk en de ideeën van Cornelis van Eesteren die van 1929 tot 1959 hoofd van de afdeling Stadsontwikkeling van Amsterdam was. ‘Er komen hier een aantal dingen samen, die ik heel spannend vind’, legt Konijn enthousiast uit. 'Architectuur, stedenbouw en design.’
Het museum biedt afwisselende exposities over Van Eesteren en de omliggende buurt, er is een buitenmuseum – de Tuinstad Slotermeer - en een woning uit de jaren vijftig is in haar oorspronkelijke staat als dependance ingericht. Daarnaast worden er wandelingen, excursies, discussies en andere activiteiten georganiseerd. Het Van Eesterenpaviljoen, gelegen aan de noordoever van de Sloterplas, vormt het kloppend hart van dit alles. Dit kleine imperium trekt zo’n zeshonderd bezoekers per maand naar Nieuw-West. En dat allemaal dankzij de inzet van een handjevol medewerkers en flink wat vrijwilligers. In 2020 vierde het museum zijn tienjarig bestaan.
Vrijwilligers
‘Nog steeds zijn een aantal mensen van het eerste uur actief betrokken bij het museum’, vertelt Konijn in de lichte hoofdruimte van het Paviljoen. Het van Eesteren Museum draait voor een groot deel op actieve vrijwilligers. ‘Dat zijn de vrijwilligers die zich twee à drie keer per week op allerlei manieren voor het museum inzetten.’ Deze groep doet de kaartverkoop, draait horecadiensten en verzorgt als gids de rondleidingen door de buurt of in de museumwoning. Sommigen helpen zelfs mee met het onderhoud van het pand. ‘Er is zo’n enorme betrokkenheid vanuit de buurt, dat is echt heel leuk. Welk museum kan dat nou zeggen?’
Die hechte band tussen het museum en de vrijwilligers is ook buiten Nieuw-West niet onopgemerkt gebleven. Het Van Eesteren Museum is namelijk een van de drie genomineerden die kans maken op de Erfgoedvrijwilligersprijs 2022. Als het museum de prijs wint, levert dat 10.000 euro op. ‘En dat gaat natuurlijk naar de vrijwilligers’, belooft de directeur.
Naast de waardering voor alle vrijwilligers, zet de nominatie het Van Eesteren Museum ook landelijk op de kaart. Dat sluit perfect aan op de ambities van Konijn. ‘Wat ik heel erg uitdagend vind, is hoe je dit museum exemplarisch kan laten zijn voor wijken door heel Nederland’, legt Konijn uit. ‘Nieuw-West is natuurlijk niet de enige naoorlogse wijk in Nederland. In Rotterdam heb je bijvoorbeeld vergelijkbare wijken die met dezelfde problematiek worstelen.’
Blik op de toekomst
Dat het museum in zo’n korte tijd, zulke sprongen vooruit heeft gemaakt is te danken aan de tomeloze inzet van alle betrokkenen. Maar die inzet is niet vanzelfsprekend, dat weet Konijn ook. ‘Er kan natuurlijk elk moment iemand een paar weken zomaar tussenuit gaan’, legt hij uit. ‘Dat is hun goed recht natuurlijk, maar dat kan wel voor problemen zorgen.’ Naast de kaartverkoop en de rondleidingen draaien ook de afdelingen communicatie, educatie en boekingen op vrijwilligers. ‘Dat zijn echt cruciale functies’, stelt Konijn. Dat veel van het reguliere werk afhankelijk is van de inzet van vrijwilligers is pure noodzaak. Konijn benadrukt dat het museum er niet op uit is om een slaatje te slaan uit gratis arbeid. Het museum heeft simpelweg geen andere opties, omdat het budget eenvoudig te beperkt is voor meer professionele krachten. ‘Het liefst zou ik een aantal vrijwilligers in dienst nemen, maar dat gaat nu nog niet.’
Momenteel haalt het museum al zijn geld uit de Van Eesteren foundation en krijgt het geld van stadsdeel Nieuw-West. ‘Maar dat zijn hele kleine bedragen’, relativeert de directeur ‘Onze zes medewerkers werken hier zo hard, voor zo weinig geld. Ze doen het omdat ze het museum een warm hart toedragen, maar dat is niet vol te houden.’
Daarom richt Konijn zijn pijlen op Het Rijk. Door te streven naar een meer landelijke uitstraling - zonder de binding met de wijk kwijt te raken - hoopt Konijn aanspraak te maken op landelijke financiering. ‘Dat was een van de eerste dingen waarmee ik aan de slag ging’, vertelt Konijn. ‘We moeten alle mogelijkheden voor financiering vanuit landelijke subsidies of fondsen zien te benutten, dan kunnen we onze keihard werkende medewerkers de honorering bieden die ze verdienen.’
Iets voor twaalven, druppelen de eerste paar vrijwilligers binnen. Geroutineerd en goedlachs maken zij het museum klaar voor een nieuwe dag vol bezoekers en maken ze een praatje met de directeur. Ook zonder het grote geld blijven zij zich gewoon voor de volle honderd procent inzetten voor het museum, en er is nog genoeg te doen. Er is een nieuw jaarthema aangewezen - spel en stad - en er staan samenwerkingen met talentvolle kunstenaars in de steigers. Binnenkort gaat de museumwoning op de schop. Kortom, het Van Eesterenmuseum is hard op weg het culturele middelpunt te worden van wat ooit de ‘slechtste wijk van Nederland' was.



STAN LENSSEN: 'VEEL VRIJWILLIGERS DOEN HET WERK VANUIT HUN HART'
VRIJWILLIGER STAN LENSSEN (64): 'DE BEHOEFTE OM UIT TE DRAGEN WAT ER GOED GAAT IN DE SAMENLEVING HEB IK HEEL STERK'
‘Ik doe al mijn hele leven vrijwilligerswerk, in mijn diensttijd hield ik me bezig met de vakbond, later was ik coach voor kansarme jongeren en ik ben ook een tijdje actief geweest in de politiek. De rode draad in al dat werk is dat ik me kennelijk druk maak om de kansenongelijkheid in de samenleving. Dat thema komt ook terug in het werk dat ik als vrijwilliger doe voor het Van Eesteren Museum.
Ik leid mensen rond door het buitenmuseum en door de museumwoning en het mooiste daarvan is dat je de mensen met heel andere ogen naar de wijk kunt laten kijken. Amsterdam Nieuw-West staat bekend als een lastige wijk, maar als je vertelt hoe de wijk is opgezet, hoe door Van Eesteren bijvoorbeeld is nagedacht over de situering van de woningen ten opzichte van de zon en over de groenvoorzieningen en kinderspeelplaatsen, dan gaan ze opeens heel anders naar de buurt kijken. Het adagium was dat iedereen recht heeft op licht, lucht en ruimte, niet alleen the happy few. In de jaren vijftig verhuisden veel arbeiders vanuit de verkrotte binnenstad naar deze nieuwe wijk. Daar kan ik enthousiast over vertellen en het is heel bevredigend om te zien dat dat verhaal aanslaat.
De behoefte om uit te dragen wat er wel goed gaat in de samenleving heb ik heel sterk. Veel vrijwilligers hebben die intrinsieke motivatie, je doet dit werk vanuit je hart. Daarom ben ik blij met de nominatie voor de Erfgoedvrijwilligersprijs, het is een erkenning voor het werk dat wij doen en voor het museum als geheel. Per slot van rekening is het museum door vrijwilligers gesticht, het zou mooi zijn wanneer de nominatie wat meer landelijke bekendheid oplevert. Wat Van Eesteren heeft gedaan heeft z’n weerslag gehad op de rest van Nederland. Kijk maar naar bijvoorbeeld Den Bosch, of Eindhoven.
Zolang mijn benen het dragen kunnen, blijf ik dit werk doen. Mocht ik de leeftijd van 104 halen, dan ga ik nog veertig jaar door, ik heb er gewoon ontzettend veel plezier in.’
WAT IS DE ERFGOEDVRIJWILLIGERSPRIJS?
De Erfgoedvrijwilligersprijs wordt in 2022 voor de derde keer uitgereikt. In de erfgoedsector zijn het vaak vrijwilligersgroepen die zich inzetten voor het behoud, het onderhoud en de ontsluiting van ons cultureel erfgoed. Teams van vrijwilligers die zich zo inzetten verdienen een prijs, vindt het ministerie van OCW. Daarvoor is door het ministerie de Erfgoedvrijwilligersprijs in het leven geroepen.
De jury noemt het Van Eesteren Museum ‘een inspirerend voorbeeld van een organisatie die door de inzet van vrijwilligers volwassen is geworden en geprofessionaliseerd. Bovendien blijft het nog steeds de kracht, kennis en kunde van deze zeer diverse groep inzetten om haar organisatie te versterken.’
Het museum is geopend van vrijdag tot en met zondag van 12.00 tot 17.00 uur. De museumwoning is op dezelfde dagen te bezoeken onder begeleiding van een gids of op vrijdag en zaterdag met een audiotour. Elke donderdag tot en met zondag start om 13.00 uur de wandeling door buitenmuseum Slotermeer. Kijk voor meer informatie op de website van het Van Eesteren Museum.